Bij het
station is het advies van de plaatselijke stedelingen en parkeren in de garage
daar. Inderdaad, het klopt, maar de ingang naar het museum ligt aan de andere
zijde van het station. En dat is best een flink stuk lopen. Toch de auto
uit de garage gehaald en de omweg met de auto afgelegd. Naast de ingang is
voldoende parkeerruimte. Het aantal bezoekers is dan ook op één hand te tellen.
Met als positief gevolg dat er alle tijd
is om vragen te beantwoorden en een stukje geschiedenis aan te horen. De
geschiedenis van de huidige vestiging van het museum is lang. Al in 1849, vond het
onderhoud van locomotieven en wagons hier plaats. De werkplaatsen
dateren uit de tijd van vóór 1900. Eind
van de jaren 30 werden de locomotievenloodsen verlengd en de draaischijf
aangelegd.
Tijdens het wandelen over het complex wordt je
geen strobreed in de weg gelegd.
Je kunt overal bij, vragen naar de soms al bekende weg. Aan stoomlocomotieven
wordt gesleuteld, gelast en geschilderd door enthousiaste vrijwilligers.
Maar,
als je ziet wat er staat om opgeknapt te worden dan hebben ze zeker voor 100
jaar werk. De man achter de balie twijfelde geen enkel moment toen hij als
antwoord gaf: es geht well, aber nicht so schnell.
Inderdaad, eindelijk een groot
aantal stoomlocomotieven bij elkaar.
Maar voor ze de echte baan op kunnen moet er nog heel wat gesleuteld worden. Op de foto rechts en onder een lint van locomotieven, waarvan je als leek het gevoel krijgt, komt dit nog wel goed.
En dan hebben we het nog niet gehad over wat er nog in de beplanting ligt verstopt.
Zeker komt het goed. Een locomotievenloods staat vol met als nieuw lijkende machines. Een lust voor het oog.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten