maandag 26 september 2016

Dokkumer Lokaaltje 3


Stiens, augustus 1927, stoomlocomotief NS 7119 neemt
water in. Links een machine uit dezelfde serie (foto Vellekoop) 













Station Stiens in 1974, toen de spoorlijn nog regelmatig
door goederentreinen bereden werd



Vandaag naar het voormalige station in  Stiens. Na enig zoeken en vragen de locatie bereikt. De verwachtingen waren groot, maar het viel allemaal behoorlijk tegen. Het spoor is een aantal jaren geleden geruimd. Wat achter bleef is weinig hoopvol voor de toekomst. De opdrachtgever voor het vernielen van dit stukje Friesland’s  erfgoed zou de toegang naar deze provincie moeten worden ontzegd. Een voorbijgangster gaf aan: “ik woon 50 jaar langs het spoor, maar nu is het een opslag van rommel geworden. De aanleg van een fietspad staat in de planning, er gebeurd niets. En de rommel neemt alleen maar toe”.
Perronzijde voormalige stationsgebouw

Het voormalige stationsgebouw ligt verscholen achter een grote heg en de locomotievenloodsen staan op instorten en zijn rijp voor de sloop. Jammer, maar helaas. Een historisch dieptepunt naar mijn mening.
Stiens omstreeks 1920. Locomotief No. 1052 der Hollandsche IJzeren Spoorweg-Maatschappij. Machinist H.J. Poortvliet, 2e machinist C. de Jong (Bron: Het ijzeren paard} N.F.L.S. locomotief overgenomen door de H.S.M. 



Terug richting Anjum en passeren het station van Marrum-Westernijkerk. Via de volgende afslag terug naar het station. Eén van de voormalige stations aan de lijn. De halte werd op 22 april 1901 in gebruik genomen en op 1 december 1940 opgeheven. Het station is volledig gerestaureerd en geschilderd in prachtige kleuren. We hebben geluk, de eigenaresse komt net aangereden om het te openen. Het station zelf is de moeite waard om daarin rond te kijken.
Het stationsgebouw is deels ingericht als spoorwinkel. Hier vindt je bijzondere trein- en spoorcadeaus. Van die mogelijkheid maak ik gebruik om een aantal hebbedingetjes aan te schaffen. Bij hoge nood kun je terecht in een oude aardappelwagon. Deze wordt dan ook niet voor niets het “Koninklijk Rijtuig” genoemd.
Voor het station staat aan perron 1 de ‘pannekoektrein’. Twee in stijl gerestaureerde coupérijtuigen uit 1920 waarin zich het pannenkoekrestaurant bevindt. Voor de wagons staat de Humboldt stoomlocomotief uit 1914. De locomotief komt uit het spoorwegmuseum in Dieringhausen Duitsland. 
Het volgende restauratieproject aldus de eigenaar. Niet met de bedoeling ermee te rijden, maar hem wel onder stoom te brengen. Het in beeld brengen van de voormalige spoorlijn kan dus wel met particulier inzet. Je moet er dan wel wat voor doen. En, met een beetje ondersteuning door de gemeente kun je nog meer  bereiken. Immers, gemeenten hebben best wel financiën beschikbaar voor het ontwikkelen van toeristentrekkers. Maar, een gemeente moet er wel het nut ervan  inzien. Je hebt dan bestuurders met visie nodig. Zowel in Stiens als nu horen we weinig over een positieve inzet van een gemeentebestuur. 
Geen woorden, maar daden dus.
De pannenkoekenwagon



Het kantoor van de stationschef

Het Koninklijk Rijtuig


Met een compliment richting de eigenaren van het station gaan we richting Anjum. Met de auto!  Maar wel een stoomlocomotief gezien op de lijn van het Dokkumer Lokaaltje.





Zie ook
www.depannekoektrein.nl


















Een hebbedingetje uit de spoorwinkel


zaterdag 24 september 2016

Dokkumer Lokaaltje 2







Onder een stralende zon naar Morra-Lioessens gefietst. Het aantal inwoners van het  dorp zal in de loop van de jaren beslist zijn toegenomen, maar of dat in deze tijd het in stand houden van een station rendabel zou maken, ik vrees het ergste. In de mij passerende bus was het aantal passagiers op de vingers van een hand te tellen. Maar, de vriendelijkheid van een bewoner zal ik niet snel vergeten.
Perronzijde voormalig station Morra
Op mijn vraag naar de locatie van het voormalige station kreeg ik mee een blik op de toekomst van het spoor en wat er zou moeten plaatsvinden om de daarvoor nodige financiën bij elkaar te krijgen. De bedoeling is om op het grasveld voor het stationsgebouw een spooremplacement in te richten. Daarbij is o.a. het wachten op financiële middelen om de uitvoering daarvan in praktijk te brengen. Het stationsgebouw, geopend op 24 augustus 1913 en gesloten op 15 mei 1935, is bewoond. Op het oog ziet het gebouw er goed onderhouden uit.
Achtergevel van het voormalige station 
Het spoor volgend kom ik na 3 km in Metselawier. Je rijdt hier als het ware rechtstreeks naar de Stationsweg. Voor alle zekerheid toch vragen naar de bekende weg. Gewezen wordt naar een gebouw achter de school, het voormalige stationsgebouw. Door de huidige eigenaar gekocht voor ruim een miljoen euro en daarna verbouwd voor ook nog 1 miljoen krijg ik als toelichting. Volg de Stationsweg, krijg ik als advies mee.
Al snel krijg ik andreaskruisen in beeld. Daar is in het wegdek met hulp van zwarte straatklinkers de ligging van de voormalige spoorlijn aangegeven. Het voormalige spoortracé naar rechts volgend sta ik recht voor het prachtig verbouwde station.
Van het oorspronkelijke gebouw is alleen de hoofdstructuur van het middengedeelte  redelijk bewaard gebleven. Mocht de lijn een heropening ondergaan, dan is een korte tussenstop hier zeker de moeite waard. 
Perronzijde van het voormalige station



Dit informatiebord staat voor de heg op de foto boven




Het voormalige tracé richting Anjum 

vrijdag 23 september 2016

Dokkumer Lokaaltje 1


Stoomlocomotief nr. 1059 (serie 1050-1060) van de
H.IJ.S.M. (later serie 7100 van de N.S.) met een trein langs het perron van het station Anjum van de N.F.L.S. tussen 1913 en 1920 (Foto afkomstig van Het Utrechts Archief)

Het oorspronkelijke tracé richting Morra. Nu een natuurgebiedje.
Links de voormalige locomotieven loods





De spoorlijn Leeuwarden – Anjum, ook wel genoemd het Dokkumer lokaaltje was de spoorlijn tussen het station Leeuwarden en het station Anjum. In de loop van de tijd heb ik veel over deze spoorlijn gelezen. Dat is niet zo moeilijk, via internet is heel veel  over deze lijn terug te vinden. Niet alleen zijn daarop films over dit lijntje te bekijken, zelfs is het onvolprezen volksliedje, It Dokkumer Lokaeltsje, daarop te beluisteren. De lijn is aangelegd in de periode 22 april 1901 tot 24 augustus 1913 door de Noord-Friesche Locaalspoorweg-Maatschappij (NFLS). Helaas, sinds 1940 rijdt het treintje niet meer voor mensen. Een deel van de lijn bleef gedurende een aantal jaren was nog wel in gebruik voor goederentransport, tot ook dit vervoer niet rendabel bleek. Delen van het traject werden in de loop van de jaren opgebroken. Gelukkig zijn er ‘sporen’ van de voormalige spoorlijn terug te vinden. Deze ‘sporen’ zijn door de stichting Noord-Friesche Lokaal Spoorwegmaatschappij in beeld en kaart gebracht. Tijdens mijn verblijf op de camping Esonstad, nabij Oostmahorn, reden om aan de hand van deze informatie een aantal van deze sporen op te zoeken. Dus op de fiets naar Anjum. Het voormalige treinstation ligt aan de Hearrewei. Het is het laatste huis aan deze weg. Vragend naar de Hearrewei kreeg ik als reactie, ‘je bedoelt de Herenweg? 
Achtergevel van het station Anjum
De imposante achtergevel ligt aan de Herenweg. Verbazingwekkend is dat je een dergelijk groot stationsgebouw niet verwacht in een dorp als Anjum. Bij de opening van het stationsgebouw op 24 augustus 1913 zal het inwoneraantal van Anjum niet bijzonder groot zijn geweest. Wellicht was de grootte van het station gericht op groei van het aantal inwoners. Maar, bij de sluiting van het station op 15 mei 1935 was het personenvervoer al geruime tijd onrendabel. Aan de voorzijde van het stationsgebouw, nu gelegen aan een natuur- /wandelgebiedje, kun je een stukje van het oorspronkelijke tracé van de spoorlijn lopend volgen.

Voorgevel, perronzijde, van het station
Het gebouw wordt bewoond en ziet er goed onderhouden uit. Mijn indruk is dat, indien deze spoorlijn in de provincie Zuid-of Noord-Holland zou liggen, deze als cultureel erfgoed  zou zijn aangemerkt met alle financiële positieve ondersteuning vanuit de provincie, rijksoverheid en gemeenten. Gedeputeerde Staten van Friesland schieten hier,  zoals ik het zie, drastisch tekort om o.a. sturing te geven aan het proces. Wellicht dat de NAM, zichtbaar aanwezig in de omgeving, met kennis en financiële middelen het in stand houden van trajectdelen en de uitbreiding daarvan helpt bevorderen.
Het aantal toeristische trekpleisters is wel heel dun gezaaid in dit gedeelte van Friesland. Morgen op de fiets naar het voormalige stationsgebouw in Morra-Lioessens, gelegen op een afstand van 2,4 km van Anjum.

dinsdag 6 september 2016

Beekbergen- Toen naar nu

De Veluwsche Stoomtrein Maatschappij (VSM) houdt zich bezig met het onderhouden van een rijdend spoorwegmuseum.  Het traject van de stoomtreinmaatschappij loopt van Apeldoorn naar Dieren met als tussenstations Beekbergen, Loenen en Eerbeek. De feestelijke opening van de lijn  was op  14 juli 1975 met inzet van stoomlocomotief, de 094 055-1, overgenomen van de Deutsche Bundesbahn.

In de loop van de jaren is, dankzij de inzet van de vele vrijwilligers, heel veel veranderd bij de VSM. Gedurende 40 jaar spoorwegmuseum is het materieel fors uitgebreid en is men van één stoomlocomotief gegroeid naar een grote verzameling stoomlocomotieven en een nog groter aantal historische rijtuigen. Op zaterdag 3 september werd het festival  "Terug naar toen" gehouden. Ik was daar bij. Dat betekende, vroeg op pad. Weinig verkeer op straat, dus keurig op tijd in Beekbergen. Parkeren op een stuk weiland en te voet verder naar het station. Met een dagkaart van 17,50 euro reis je de hele dag van station naar station en weer terug. En je hebt daarbij ook nog eens alle tijd om de evenementen en de gerestaureerde stoomlocomotieven in actie te zien en te bewonderen. Makkelijker kan het niet.
De grootste stoomlocomotief, met een lengte van bijna 23 meter en een dienstgewicht van 130 ton die ooit in Europa rondreed, kon je hier in bedrijf zien. In Beekbergen waren modelspoorbanen van groot naar klein te bewonderen, kon je stoomtreinboeken uit binnen en buitenland kopen en in Loenen op de spoormarkt was alles verkrijgbaar op het gebied van spoorwegen. De zon scheen, de stemming van bezoekers zowel jongeren als ouderen, uitmuntend. Ook hier blijkt weer dat stoomtreinliefhebbers een vreedzaam volkje is. De stoomtreinen puilden soms uit van de vele inzittenden. De organisatie was strak geregisseerd, de vele stoomtreinen reden, op een uitzondering na, op het tijdschema. In de loop van de middag kwam er even zand in de overigens goed geoliede machine. Op het traject Apeldoorn - Beekbergen probeerde een automobilist nog even snel de spoorovergang te nemen. De maximale snelheid van een stoomtrein op het traject is 40 km/u, maar als je de afstand en snelheid verkeerd inschat op het moment je nog even snel het spoor oversteekt, komt een aanrijding toch hard aan. Dus stokte de bedrijfsvoering even.
Niet veel later kwam het spoorverkeer tussen Beekbergen en Dieren op gang alsof er niets was gebeurd. Aan het eind van de middag nog even 'snel' naar Loenen.

Daar was het volop terug naar toen, stoomdorsmachine, boomstammen in planken gezaagd met een door stoom aangedreven machine, stoomwalsen klein en groet. Voor de jongere kinderen reed hier de stoomlocomotief op een minibaan.Een wereld in stoom.


zaterdag 3 september 2016

Bayerische Eisenbahnmuseum in Nӧrdlingen (vervolg)



Bij het station is het advies van de plaatselijke stedelingen en parkeren in de garage daar. Inderdaad, het klopt, maar de ingang naar het museum ligt aan de andere zijde van het station. En dat is best een flink stuk lopen. Toch de auto uit de garage gehaald en de omweg met de auto afgelegd. Naast de ingang is voldoende parkeerruimte. Het aantal bezoekers is dan ook op één hand te tellen.
Met als positief gevolg dat  er alle tijd is om vragen te beantwoorden en een stukje geschiedenis aan te horen. De geschiedenis van de huidige vestiging van het museum is lang.  Al in 1849, vond  het   onderhoud van locomotieven en wagons hier plaats. De werkplaatsen dateren uit de tijd  van vóór 1900. Eind van de jaren 30 werden de locomotievenloodsen verlengd en de draaischijf aangelegd.
Tijdens luchtaanvallen in de jaren 1944 en 1945 zijn grote delen van de werkplaatsen vernietigd. Alleen de werkplaats en de watertoren bleven wonder boven wonder gespaard. De faciliteiten werden herbouwd in de jaren tot 1949 en  gedeeltelijk gemoderniseerd. In  1985 nam het Bayerische Eisenbahnmuseum de gedeeltelijk ontmantelde faciliteiten over. Vanaf dat moment is een groot aantal vrijwilligers continu bezig om het complex  aan de eisen van de tijd in te richten.  Zo is een aantal spoorlijnen verlegd , de locomotievenloodsen aangesloten aan de draaischijf en twee nieuwe waterkranen  geïnstalleerd. De huidige steenkolen faciliteit is het volgende project dat wacht op vernieuwing, aldus de vrijwilliger achter de balie.
Tijdens het wandelen over het complex wordt je geen strobreed in de weg gelegd. Je kunt overal bij, vragen naar de soms al bekende weg. Aan stoomlocomotieven wordt gesleuteld, gelast en geschilderd door enthousiaste vrijwilligers.
Maar, als je ziet wat er staat om opgeknapt te worden dan hebben ze zeker voor 100 jaar werk. De man achter de balie twijfelde geen enkel moment toen hij als antwoord gaf: es geht well, aber nicht so schnell.
Inderdaad, eindelijk een groot aantal stoomlocomotieven  bij elkaar. Maar voor ze de echte baan op kunnen moet er nog heel wat  gesleuteld worden. Op de foto rechts en onder een lint van locomotieven, waarvan je als leek het gevoel krijgt, komt dit nog wel goed.  

En dan hebben we het nog niet gehad over wat er nog in de beplanting ligt verstopt. 










Zeker komt het goed. Een locomotievenloods staat vol met als nieuw lijkende machines. Een lust voor het oog. 




donderdag 1 september 2016

Bayerische Eisenbahnmuseum in Nӧrdlingen (deel 1)



Onderweg naar de camping Isarhorn nabij  Mittenwald is Ellwangen aan de Jagst een favoriete tussenstop. De camping Ellwangen ligt aan de rand van de stad. Het is een goed onderhouden camping en van alle gemakken voorzien. Maar, het grasmaaien is tot een uitverkoren ritueel geworden van dit onderhoud. De grasmat is als een biljartbal zo gladgeschoren. We hadden soms wel zoiets van: wanneer ontploft de machine? En je moet er niet zijn als Duitsland in één of ander voetbalcompetitie speelt. Dan mag je tot diep in de nacht meegenieten van de festiviteiten op het plein aan de overzijde van het riviertje. Voor het overige zijn er alleen maar pluspunten. Het historisch centrum van de stad kun je makkelijk lopend bereiken en een wandeling in de oude stadskern is beslist de moeite waard. Je kunt er heerlijk eten met heel veel vriendelijke mensen.  Direct langs de camping stroomt het riviertje De Jagst. Een riviertje van niks, maar na een paar fikse regenbuien komt het water echt op gang.
Een half uurtje fietsen met de stroom van het riviertje mee kom je bij de Bucher Stausee. Heerlijk zwemwater. Op het grasveld ernaast kun je picknicken, zonnebaden en genieten van de natuur rond het meer. In de weekenden komt men van heinde en verre naar dit natuurgebied, maar er valt meer te beleven.  Voor zoekers naar restanten van het Romeinse Rijk, dan zit je hier goed. De limes, de grens tussen het voormalige Romeinse Rijk en de stammen in het noorden, ligt bij wijze van spreken hier aan je voeten. Tijdens de aanleg van de autoweg tussen 1976-79 op korte afstand van het stuwmeer,  kwam de fundering van een aantal  gebouwen, o.a. een Romeins badhuis,  letterlijk en figuurlijk boven het maaiveld te liggen.
De  foto met de fundering van het badhuis. Op de overzichtsfoto gelegen links van de brug.
Niet alle funderingen zijn op deze foto weergeven.
Op de achtergrond het stuwmeer.
Beslist de moeite waard is ook een bezoek aan de limes-poort bij het plaatsje Dalking. Deze poort staat op loopafstand van het stuwmeer. Tijdens opgravingen kwam de fundering van de poort bovengronds.
Deze poort was in de Romeinse tijd een bewaakte doorgang in de limes.
.   
 De poort is íngepakt' in een glasconstructie. Binnen ligt een pakket aan informatie voor bezoekers. Tijdens de middag dat wij er naar binnen liepen was er een 'rondleiding'. En zo krijg je onverwacht nog meer informatie over de limes en deze poort in het bijzonder. 
Nog meer weten over de Romeinen in deze streek, dan naar het limesmuseum in Aalen. In dit museum vindt je niet alleen een archeologisch park, maar ook heel veel informatie over het wonen en leven van de Romeinen in de streek en dat zal niet heel veel verschillen met hun bestaan in Nederland.  
Een gedeelte van de opgravingen. 
Je kunt er uren doorbrengen, meelopen met een groep mensen onder leiding van een gids, waardoor je heel veel informatie meekrijgt. Aalen, ook een plaats de moeite waard om te bezichtigen. Maar, ik ben ook op zoek naar de stoomtrein. Dus naar Nӧrdlingen, een stad met een aantal poorten. Voor je het weet heb je de verkeerde poort te pakken en je rijdt net niet waar je wilt zijn: bij het Bayerische Eisenbahnmuseum. (zie deel 2)
Een impressie van het leven binnen de muren